Begijntjes laat besluit

Gepubliceerd op 15 augustus 2023 om 20:27

 

Begin 1900 was er in Hoogstraten reeds sprake van ‘Begijntjes laat besluit’ waarbij de kinderen 'Begijntjes kermis' vierden. Vanwaar deze benaming ? 

Volgens Gustaaf Segers in ‘Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie’ (1924) zou het een verbastering zijn van Begijntjes lof is uit, terwijl Jozef Simons in zijn Vroom en Vroolijk Kempenland ( 1925), spreekt van 'Als ’t Begijntje ’s avonds laat sluit.'  Terwijl Theofiel Peeters stelt dat ‘kinderen graag de grote mensen na-apen’ en blijft het gewoon ‘Begijntjes kermis’, de kinderen die de begijntjes naspelen…

De regel van de orde van de Begijntjes schrijft voor dat het Hof  ’s avonds om 20u moet gesloten worden. Maar het is nu kermis en dan kan er wel een kleine aanpassing van het sluitingsuur gebeuren.

Dat is ook te horen in het kinderlied : Begijntjes laat besluit :

’t Is begijntjes laat besluit , wij vertrekken, wij vertrekken !

’t Is begijntjes laat besluit, wij vertrekken de poorten uit.

Het woord ‘besluit’ (be-sluiten) en verwijst naar het late uur.  En dat de begijntjes zijn uitgevlogen en zeker laat te bed zullen zijn, vinden we in een volgende strofe van het begijntjeslied. 

 

Ook de dagen daarna zal blijkbaar het feest nog doorgaan…  Toch hebben de begijntjes maar zijdelings iets te maken met het kinderfeest. 

Volgens mondelinge overlevering zou bij het kinderfeest van 1890 de “Hoogstraatse kaarsjesdans” nog in zwang geweest zijn. Theophiel Peeters heeft deze dans genoteerd in 1905 en is in zijn bundel  'Oudkempische Volksliederen en dansen' verschenen in 1952.  (zie Kinderdansgazet)

Het kinderfeest begon een dag voor de kermis wanneer een zandhoop gestort werd tussen twee bomen van de dorpsstraat. Die hoop werd duchtig nat gemaakt met gieters  zodat de kinderen er dan alle mogelijke bloemen en rondgehaalde aspergetakken konden insteken.

Op een hoogte van twee meter werd er een koord gespannen tussen  twee bomen waaraan een uit papier gemaakte kroon werd gehangen, lange gekleurde papieren linten en een kaars voor de avondverlichting.  Tijdens de werkzaamheden stonden de kinderen rond de hoop en zongen het liedje van ‘Begijntjes laat besluit’. 

Kwamen er mensen voorbij, bv. om naar de hoogmis of het lof te gaan, dan liepen de kleinste kinderen naar hen toe met het liedje :

Centje om te vieren, ’t gaat met alle manieren,

’t Gaat met alle gemak, tast maar in uwe zak

 

De kleine kinderen wisten maar al te goed hoe de mensen over te halen om toch wat centjes te geven, desnoods trokken ze aan de slippen van de herenjas of aan de rokken van de dames.  Mét overtuiging dus.

Kwam er veel volk voorbij, dan bedelden àlle kinderen en hielden de moeders de wacht aan de zandhoop. En zo ging het de hele dag door.  Na het lof, wanneer men een pintje ging drinken, dan moesten ook de pintjesdrinkers er aan geloven.

Werd het wat rustiger in het dorp dan zongen en dansten de kinderen rond de hoop. Als het duister werd, dan liepen ze rond met een kaars in de hand of uitgesneden bieten met een kaars in. De grotere jongens liepen met een zelfgemaakte toorts rond. Het was een jolig gebeuren en stel je maar eens voor hoe je zo een uitgelaten kadees in hun bed moet krijgen.

Na een welverdiende nachtrust en een aantal uren op school, werden de kinderen vergast op boterkoeken en chocolade koeken die ze met hun verdiende centjes hadden gekocht. Ook dan werd het nog een lange avond…  Maar dan konden ze weer dromen van een volgende ‘begijntjeskermis’.

 

Rond 1960 kregen de Hoogstraatse kinderen een écht podium waarop elke buurt een ingestudeerd nummertje kon opvoeren (uitbeelding van een volksliedje of een Kempische dans, of een eigen creatie).  Dit evolueerde tot een meer hedendaags gebeuren. 

Ook nu nog zingen de kinderen vanaf 8 u ’s ochtends in het centrum van Hoogstraten ‘Centje om te vieren’. 

Na de middag vertrekken groepen uit de verschillende buurten richting stadhuis. Het is een bijzonder kleurrijke bedoening aangezien de kostuums nog altijd, zoals het reglement voorschrijft, volledig uit crèpe-papier moeten gemaakt zijn.  Elke buurt brengt ook zijn eigen praalwagen mee. Vanaf 15u is het grote moment dan aangebroken en mag het sedert weken ingestudeerde nummer voor publiek gebracht worden.

De groep die in de stoet en op het podium het beste presteert, krijgt van de jury de ‘Wisselbegijn’.  De kinderjury beslist welke buurt de ‘Wisselezel’ krijgt. 

 

Misschien toch een leuk idee om te gaan kijken op 23 augustus in Hoogstraten hoe deze oude traditie nog altijd verder leeft…

 

 

Voor u gelezen in :

- Oudkempische volksliederen en dansen, vierde bundel, Theophiel Peeters, Commissie van het oude volkslied, 1952

- De folklore van een Kempische dorp (Hoogstraten), C. Lauryssen, Oudheidskundige kring Hoogstraten, 1933

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.