De naam 'Ward De Beer' doet bij je misschien een belletje rinkelen. Of misschien is de naam je helemaal onbekend. Dan is het zeker hoog tijd om daar wat verandering in te brengen.
Ward De Beer heeft bij zovele mensen het belang van 'traditie' meegegeven èn de liefde voor muziek, volksdans/volksmuziek/ instrumentenbouw. We maken even nader kennis.
Ward De Beer werd geboren in Merksem op 9 april 1921. Van een oudere broer ontving hij zijn eerste vioolonderricht. Vanaf zijn 15e jaar volgde hij de voetsporen van zijn vader en werd diamantbewerker. Tegelijkertijd zette hij echter de muziekstudies verder aan het Antwerps Muziekconservatorium, waar hij in 1940 een eerste prijs voor viool behaalde.
Oorlogsomstandigheden brachten hem naar Berlijn, waar hij als leerling van de Staatliche Academische Hochschule Für Musik aanvaard werd en waar hij zich ook liet inschrijven als leerling aan de muziekpedagogische afdeling van de Hogeschool.
Na de oorlog hernam hij het beroep van diamantbewerker. Volksdans en instrumentenbouw namen echter het grootste deel van zijn vrije tijd in beslag. Via de Halewijnstichting maakte hij hernieuwd kennis met de muziekopvoeding, om zich in 1960 geheel aan de muziekpedagogie te wijden.
Toen richtte Ward De Beer de Jeugdmuziekschool in Deurne-Zuid op, volgens de nieuwe inzichten die hij in Berlijn had leren kennen. Het was een alternatieve pedagogie, anders dan in onze muziekscholen gebruikelijk was want hier moesten de kinderen eerst twee jaar 'solfège' leren eer ze een instrument mochten bespelen.
Rond 1960 werden drie zulke Jeugdmuziekscholen opgericht: de Halewijnstichting door Hans Dirken, Waelrant door Jules Vanderoost, en de Jeugdmuziekschool Adriaan Willaert door Ward De Beer.
In 1986, een jaar na zijn overlijden, besloot het bestuur de naam 'Jeugdmuziekschool Adriaan Willaert' te veranderen in 'Jeugdmuziekschool Ward De Beer'.
In zijn muziekschool konden kinderen zonder vooropleiding musiceren met Orff instrumenten. Hij vond ook dat vedels als vooropleiding voor viool geschikter waren om een mooie toon te leren maken, daarom bouwde hij vedels. Samen met zijn vriend Jan ging hij elke week naar Puurs om instrumenten te bouwen, in een klein atelier in de tuin. Ze maakten alles wat ze konden bedenken: violen, een eigen altviool, een draailier, doedelzakken, fluiten, trommels, psalters en hommels en nog veel meer.
Hij was toen zelfs één van de pioniers om een soort inlands doedelzakrepertoire met aangepaste systematiek op te stellen en uit te geven: het 'Moezelboeksken'.
De huismuziek, samen musiceren in de huiselijke kring, vond hij zeer belangrijk en natuurlijk het samen zingen. Daarvoor arrangeerde hij eenvoudige twee -tot driestemmige liederen.
Vooral in de volkskunstgroep ‘Keere weerom’ werd er veel en graag gezongen. Het waren traditionele liederen waarvan Ward er zovele prachtig bewerkt had. In deze groep speelde hij ten dans met alleen zijn viool, begeleid door Jan Lievens met de rinkelbom en schreef voor de groep een aantal volksdansen zoals De Spiegel, Keere weerom....
Ward hechte veel belang aan de jaarfeesten, de oude tradities: meiboomplantingen, kerstmis, nieuwjaar en driekoningen zingen. Tijdens de jaarfeesten werden er bij ‘Keere Weerom’ paaseieren beschilderd en kransen en strobokken voor de Kerstperiode gemaakt. Men speelde poppenkast en hield ter gelegenheid van carnaval een heuse verklede avond.
Ze maakten zelf wijn en organiseerden dan wijnproefavonden, die in de late uurtjes aardig wat lachwekkende beelden opleverden.
Soms vond men op zolder nog een ‘dame jeanne’ en dan werd er duchtig geproefd waarna ze goed aangeschoten met moeite nog de trappen af geraakten. Ward was steracteur op feesten van de volksdansgroep, steeds een verkleedpartij. Altijd een act met zijn compaan Jan, ze vormden een duo zoals de dikke en de dunne. Ward speelde echt, Jan stal de show en deed alsof.
Op latere leeftijd is begonnen hij met zeilen en etsen. Elk jaar etste hij een origineel kerstkaartje voor zijn vrienden en bij elk huwelijk van vrienden schonk hij een houtsnede, of een ets of tekening. (met dank aan Jan Raes voor bijkomende info)
Hoe kan iemand zoveel indruk maken dat een school naar hem genoemd wordt ?
In de eerste plaats was Ward De Beer violist en een begenadigd lesgever. Iedereen die ooit van hem les kreeg heeft hiermee een levensvisie meegekregen, een liefde voor de eenvoud in de muziek, het vanzelfsprekende.
Hij gaf muziekles aan de kinderen van de Steinerschool in Antwerpen waar ze hem Meneerke de Beerke noemden. Hij was van gestalte niet heel groot, maar hij stond zo dicht bij de kinderen dat ze hem als een grote vriend beschouwden. Dat gevoel dat Ward zijn beste vriend was, had trouwens iedereen die hem kende.
Vooral zijn persoonlijkheid maakte hem tot een uitzonderlijk iemand. Ward en zijn vrouw Mieke, beiden klein van gestalte, waren groots in al wat ze deden. Wel groot: niet omdat ze in de kijker wilden lopen, maar in hun streven naar perfectie.
Met een enorme muzikale achtergrond was hij niet alleen muziekpedagoog in de breedste zin van het woord. De geduldige, minzame leraar die iemand kon bezielen zonder zichzelf op te dringen. Het was een plezier om hem bezig te zien wanneer hij met zijn viool een paar honderd zingende kinderen begeleidde. Dan sprong en danste hij mee als een duiveltje uit een dooske.
In Galmaarden, waar hij enkele jaren de stage samenspel leidden, maakte hij deel uit van de vijf vorsers in de Vlaamse volksmuziek samen met Herman Dewit, Wannes Vandevelde , John Lundstrom en Hubert Boone. Ward trok met zijn 12 jarige neef Jan Raes met een doedelzak naar Wannes Van De Velde om les te volgen.
Na zijn plotse overlijden in 1985 viel de school in een dieptepunt omdat zijn grote persoonlijkheid bij niemand zijn gelijke vond.
Daarom, vanuit een groot respect voor deze onvervangbare man, is de school naar hem genoemd, en wordt getracht de bezieling en mentaliteit zoveel mogelijk levendig te houden en te benaderen. Een van de belangrijkste zaken die hij altijd heeft benadrukt, is het belang van de ‘traditie” zowel in de muziek als in de rest van het leven.
Zijn muziekatelier bestaat nog steeds, en vierde onlangs zijn 60ste verjaardag. Naast oude, klassieke muziek en jazz komen volksmuziek, -zang en volksinstrumenten ruim aan bod.
Er worden ook regelmatig dansmomenten georganiseerd “Allez circulez” met folkbal en een orkest van volksinstrumenten, in samenwerking met dansgroep Lange Wapper. In de zomer wordt een kindermuziekkamp georganiseerd waar ook instrumentjes maken, volksliedjes en een volksdansje aan bod komen.
Wij kennen Ward De Beer zeker van dansen als de Spiegel, Keere weerom, Vierkante ronde, Draden spinnen, Dans voor drie… stuk voor stuk de moeite, we blijven ze met plezier dansen….
Met dank aan Lief Verbeeck (muziekatelier Ward De Beer) voor haar info. Zij leverde ook teksten van Sonja Vandermeiren en Dree Peremans over Ward De Beer aan.
Kort overzicht waar hij les gaf (lijst is zeker niet volledig) :
Hij was muziekleraar in lagere en middelbare scholen
- Antwerpse Rudolf Steinerschool
- Normaalschool Lier
- Atheneum Ekeren
- Atheneum Hoboken
Zomerstages en cursussen: onder meer
- Volksmuziekstage te Galmaarden (1982-1984) lesgever samenspel
- Eurowoche Burg Ludwigstein (van 1962-1980) dirigent van het koor en orkest
Leraar viool en snaarinstrumenten– samenspel - algemene muzikale vorming
- Jeugdmuziekschool Sint Niklaas (o/l/v Bart De Cock)
- Rodestraat: jeugdmuziekschool Cantabile (o.l.v Piet Vermeulen)
- Zijn Jeugdmuziekschool “Adriaan Willaert” , nu Muziekatelier Ward De Beer
Hogere vorming
- Leraar Didactiek in Lemmens instituut
- Lid van bestuur van VLMO ( vereniging leraren muziekonderwijs)
Vrije tijd en volkskunst
- speelman en zangleiding bij dansgroep Keere Weerom
- lid van volksmuziekgroep “ De Ghespeelkens”
Reactie plaatsen
Reacties
Ward was mijn muze ….
Mijn beste vriend….
Mijn inspiratie….
Mijn aanzet tot volksmuziek en doedelzakspel
Mijn alles….
Dank dat ik hem kende…
Ik ontmoette Ward verschillende keren op volksdansfeesten waar wij dan samen, soms met nog anderen spontaan de begeleiding verzorgden. Ik wist meteen welk groot muzikant hij was, maar dit artikel leert mij veel meer over deze minzame en bescheiden persoon. Dank.
Fantastisch begeesterde pedagoog en lieve mens. Toch wandelde hij ooit tijdens een muziekles op de Steinerschool in hert zesde studiejaar kordaat op mij af en gaf mij vervolgens gedecideerd een stevige oorveeg! Ik geschrokken. Maar achteraf wist ik waarom: als pre-puber was ik het toen behoorlijk aan het uithangen, steeds praten en fluisteren met mijn klasgenootjes i.p.v. gewoon meezingen. Ach, het was ook de eerste las na het weekend, en ik had ook zoveel te vertellen. Maar dai uitgerekend ik, als muzikaal zeer begaafde jongen, de les van Ward zo saboteerde was zelfs voor hem even teveel, klets! Oorveeg! (vandaag ondenkbaar, maar nu snap ik het volledig.) Fantastische leraar die zijn steentje heeft bijgedragen zodat ik later nog op de Jazz-Stvdio (Halewijnstichting) ben terechtgekomen.
Op de volksmuziekstage in Gooik in 1982 was hij de lesgever bij de sessie vlierenfluit Dat was de eerste twee of drie dagen, tijdens het bouwen van de fluitjes. Ik had als 11-jarig meisje het geluk om mijn vlierenfluitje (dat ik nog steeds heb) onder zijn begeleiding te maken. Hij heeft door zijn lieve karakter indruk op mij gemaakt.
In mijn tijd op de Steinerschool kon hij bij ons in de klas binnenstappen met de woorden:'Dag Klas' en dan antwoordden wij gezamenlijk: 'Dag Meneer De Beer Zang'. De man slaagde erin om ons op 10 jarige leeftijd vierstemmige canons aan te leren door ze glashelder zin per zin voor te zingen. Respect.
Ik gaf destijds les in de A. Willaert school , toen Ward stierf zat ik mee in het orkest dat speelde op zijn begrafenis. Deze was ontroerend mooi, de kinderen van de Steinerschool kwam zingend binnen . Ik vergeet dat nooit.