Opgelet ! De gans rijdt uit !!!

Gepubliceerd op 9 februari 2022 om 22:19

Tussen Aswoensdag en halfvasten stoot je in de Antwerpse Polderdorpen op een plaatselijke activiteit, want “de gans rijdt uit!”.  In Berendrecht, Zandvliet, Stabroek, Putte, Hoevenen en Ekeren komt men dan vreemde dingen tegen in het dorpscentrum: kleurrijke groepen, flinke boerenpaarden en een lugubere galg… 

Opgepast! De gans rijdt uit!

Definitie

Volgens de “Dikke Van Dale” is gansrijden het "te paard gezeten gansknuppelen of -trekken". Ganstrekken is een volksvermaak waarbij spelers, te paard, in een wagen, op schaatsen rijden, lopend of varend, de met vet besmeerde kop van een aan de poten opgehangen gans proberen af te trekken.

Gansknuppelen is te paard of te voet de kop van een aan de poten of in een korf opgehangen gans proberen af te knuppelen.
Het Verschueren-woordenboek spreekt over zeep in plaats van vet. Varianten met "gent" krijgen ook een vermelding in beide woordenboeken, want een gent is een mannelijke gans. Zo krijg je gentrijden, genttrekken en gentknuppelen.

Het gansrijden
Het gansrijden vindt zijn oorsprong in kwelspelen die in West-Europa zeer populair waren maar door de industrialisering verloren gingen.
In de polderstreek boven Antwerpen kent dit vermaak al decennia een ware heropleving. Het gansrijden is een wedstrijd tijdens de carnavalsperiode, waarbij, aan de dwarsbalk van een galg een gans in een stevig visnet ondersteboven wordt opgehangen. Vroeger gebruikte men hiervoor een levende gans die met vet, olie of zeep was ingesmeerd, maar dat is sinds 1929 verboden omdat toen de wet op de Dierenbescherming van kracht werd. Vanaf toen geeft een dierenarts een dodelijke injectie aan een oude gans.

Ruiters van de plaatselijke gansrijdersvereniging rijden volgens het plaatselijk regelement één voor één, in een bepaalde volgorde onder de galg door. Ze proberen met één hand aan de ganzennek te trekken maar tegelijkertijd moet het paard in draf verder gaan. De bedoeling is om als eerste de kop van de gans te scheiden van het lijf. Wie daarin lukt wordt voor één jaar koning van de vereniging. Uiteraard wordt dit uitbundig gevierd in het verenigingslokaal.

Het jaar daarop wordt de koning “uitgehaald”.
Hij trakteert dan eerst de leden van de vereniging op drank, worstenbrood, appelbollen.  Nadien wordt hij in optocht begeleid langsheen de plaatselijke cafés – uiteraard met de nodige tussenstops.

Jaarlijks strijden de koningen van de verschillende gansrijdersverenigingen tegen elkaar voor het keizerschap. De organisatie die de keizer levert mag het jaar nadien het volgende keizerschap organiseren.
Dit keizerschap wordt gezien als één groot verbroederingsfeest. 

 

Oorsprong

Historisch vinden we de oudste vermelding over het gansrijden terug in de 13de eeuw in Ieper.

De oorsprong van dit volksspel ligt vermoedelijk bij landbouwers en hun mogelijke rituelen.  Er zijn twee mogelijke verklaringen: enerzijds dienden de boeren hun paarden opnieuw in te rijden na de winter, anderzijds is een offergave altijd goed om een goede oogst te hebben.
De boerenzonen maakten er dan maar een leuk onderonsje van door een wedstrijd in te richten met een gans als slachtoffer.
Maar ook in andere landen vinden we iets soortgelijks. In Engeland kende men tot het einde van de 18de eeuw “Harvest gosling”, een sport die ook in Amerika tot eind van de 19de eeuw werd beoefend. Voorbije jaren vinden we dit nog terug in Nederland (Grevenbicht), Duitsland (Wattenscheid-Höntrop en Sevinghausen) maar ook in Spanje (Lekeito en in de omgeving van Toledo).
Af en toe worden er internationale wedstrijden georganiseerd.

Ook in de schilderkunst vinden we het gansrijden terug, zoals op het schilderij “Boerenkermis” van David Vinckbooms uit 1629, dat bewaard wordt in het Mauritshuis in Den Haag (Nederland).

In 1822 vindt men in het boek “Europa's Länder und Völker. Ein lehrreiches Unterhaltungsbuch für die gebildete Jugend” een afbeelding van het ganzenrijden.

 

Spektakel

Het blijft niet alleen bij het gansrijden, er hoort ook een heel spektakel en ludieke belevenis bij.

De paarden zijn kloeke Brabantse trekpaarden, die vroeger bij de landbouwers in de polder werden ingezet. Door modernisering in de landbouw en havenuitbreiding zijn er in de polder nog maar weinig werkpaarden te vinden. De paarden voor deze wedstrijden komen vandaag speciaal uit de Kempen of uit Vlaams-Brabant. Ze worden versierd met kleurrijke bloemen en linten, meestal in de kleuren van de vereniging. Ook hebben deze een ruitpatroon op hun rug.
Aan paard en ruiter met het beste voorkomen wordt een prijs toegekend.

Naast paard en ruiter zijn er ook een vork- en snijmeester actief, maar ook champetters, boetemeesters tot zelfs een medisch team:
Om de wedstrijd in goede banen te leiden kan de snijmeester enkele mazen (1 maas zijn 2 touwtjes) doorknippen in het visnet dat rond de gans gespannen is. Zo kan hij de duur van de wedstrijd wat regelen.
Een vorkmeester zorgt dan weer dat de gans op de juiste hoogte stil hangt wanneer een volgende ruiter zich aanbiedt.
Mijnheer Doktoor en zijn verpleegsters staan de ruiters bij wanneer ze – en dan niet gewild – van hun paard vallen.  Hierbij maken ze gebruik van sterke “genees”middelen (geestrijke dranken zoals jenever, Elexir d‘Anvers).  De gewonden worden dan ook verzorgd met de nodige meters verbanden en liters mercurochroom.

Daarnaast zorgen dikwijls champetters of boetemeesters (piekevent of swies) voor de goede orde en delen zij lustig allerhande boetes uit. De opbrengst van de boetes gaat naar de premie die de koning krijgt, festiviteiten rond de koningskroning, of soms ook naar een goed doel.
Soms kunnen de beboeten als troostprijs nog deelnemen aan een plaatselijke tombola (omdat zij de “kas” hebben gespijsd).
Ondertussen – en met de nodige spot – becommentariëren omroepers wat er gebeurt en sprokkelen ze geld bijeen (bijvoorbeeld wedden wie in welke ronde de winnaar wordt, sponsoring…).

Emancipatie
Dit gebeuren was vroeger een exclusieve mannengelegenheid, maar sinds begin van de 70’er jaren hebben vrouwen uit de polderdorpen ook een gezamenlijke eigen activiteit.  Hier kiezen de vrouwen elk jaar een nieuw goed doel en is het de koningin die bepaalt waar het jaar nadien het vrouwenganzenrijden wordt georganiseerd.
Aan het keizerrijden doen de vrouwen nog niet mee, dis is voorlopig nog het voorrecht voor mannelijke gansrijders.

In de marge andere weetjes rond deze traditie

  • Voor kinderen organiseert men, op het Kazerneplein in Lillo een gelijkaardig spel: het “eenden- of kiekenrijden”. Het paard wordt vervangen door een fiets, de gans door een plastieken eend of kip, of een tennisbal in een lange sok.
  • Ook de lokale woon- en zorgcentra spelen op deze traditie in: zowel mannen als vrouwen proberen vanuit hun rolstoel de kop van een namaakgans te bemachtigen. Ook de ganzenrijdersverenigingen bezoeken dan deze centra en animeren hen in een carnavaleske sfeer.
  • In Amsterdam is er een gelijkaardige sport met alen. De alen worden ingevet en boven een gracht gehangen. Via een koord moeten de deelnemers de aal passeren. Wie de vis trekt, is de winnaar, maar meestal belanden de deelnemers in de gracht.
  • Ganzenrijden is een microbe die vaak overgaat van vader op zoon. Zo zijn er families die al generaties lang meedoen met het ganzenrijden.
  • In de scholen van de Antwerpse polderdorpen leeft het ganzenrijden ook. Zesdejaars moeten met hun versierde fiets onder de galg doorrijden. Wie de namaakgans trekt (een tennisbal en krantenpapier in een lange sok), is koning(in) voor één dag!
  • De Gansrijdersroute is een fietsroute van ongeveer 50 kilometer. De route start worden aan het Ravenhof in Putte-Kapellen en passeert langs een aantal locaties die verbonden zijn aan het ganzenrijden in de Polderdorpen.

Zie ook: gansrijdersroute.pdf (citynavigator.nl)

 

  • Uiteraard zorgt deze traditie voor een aantal plaatselijke proeverijen. Er wordt een "Gansrijderke" geserveerd, een cocktail van jenever en Elexir d'Anvers.  Ook ganzenbier, een ganzenrijdersgin of ganzenrijdersgebak zijn dan te vinden bij de lokale handelaars.
  • In de verschillende polderdorpen vindt men beelden die verwijzen naar het ganzenrijden. Ook een speeltuin in Berendrecht werd aangelegd met verwijzingen naar deze folklore, het Gakpleintje. De speeltuin, achter de sporthal in de Zandweg, staat helemaal in het teken van het gansrijden en de naam verwijst naar het kleppende snavelgeluid dat ganzen maken.

 

UNESCO-werelderfgoed?

Alle maatschappijen werkten samen onder de overkoepelende Polderbond aan een erkenningsdossier als Unesco-werelderfgoed. Dat dossier werd in 2014 ingediend. De lokale burgemeesters steunden alvast hun verzoek. Het verdere verloop van de procedure kan nog jaren duren en zal veel geduld vergen. Maar dat heeft iedereen in de polderdorpen er graag voor over.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.