
In de nazomer, wanneer de velden goudgeel worden en het stof stilvalt, was het vroeger niet stil in de dorpen van de Vlaamse Ardennen.
Integendeel: dan klonk er lawaai..... Ratelend, storend en luid.
Het was het teken dat de Klapperman onderweg was — een bijna vergeten dorpsfiguur. Deze traditie, vandaag zo goed als vergeten, maakte vroeger integraal deel uit van het einde van de oogsttijd in enkele kleine dorpen in Oost-Vlaanderen.
De Klapperman (ook wel "Ratelman" genoemd) was meestal een man of jongen die op het einde van de zomer met een grote houten ratel of klapper door de straten en velden trok. En hij maakte lawaai — niet zomaar voor de lol. Volgens overlevering moest hij boze geesten verjagen die in de velden rondzwierven na de rogge oogst. Hiermee gaf hij ook aan dat de oogsttijd ten einde liep èn dat het tijd was om dat te vieren.
Kinderen liepen vaak achter hem aan met mandjes, op zoek naar de laatste aren op het veld. Dit zogenaamde “laatste van het veld” werd dan bewaard of gedeeld als teken van overvloed en gemeenschap. Het was een soort kleine feeststoet — vrolijk, symbolisch en een beetje magisch.
En tegelijk was het ook gewoon gezellig, zoals het dorpsleven toen was.
Hoewel deze traditie weinig schriftelijke bronnen kent, leeft hij voort in de volksmond in dorpen zoals Horebeke, Maarkedal en delen van Brakel. In enkele volkskundige studies uit de 20e eeuw wordt de Klapperman nog kort vermeld, als een soort mythisch figuur op de grens tussen traditie en bijgeloof.
Net als zoveel lokale tradities is de Klapperman stilletjes verdwenen. De mechanisering van de landbouw, de ontkerkelijking en de snelle modernisering van het platteland zorgden ervoor dat deze en soortgelijke gebruiken niet langer doorgaven werden. Slechts een handvol volkskundigen en oudere bewoners herinneren zich nog flarden van deze mysterieuze figuur.

De ratel die hij gebruikte heeft een oude oorsprong. In veel culturen wordt geluid gebruikt om kwade krachten te verdrijven en het land te beschermen — denk aan kerkklokken, vuurwerk, lawaai op oudejaarsavond of het slaan op potten en pannen. De Klapperman paste perfect in die lijn van seizoensrituelen.



Klassiek houten ratelmodel met tandrad en klankplaat – typisch voor volksrituelen
links drievoudige ratel, rechts twee enkelvoudige ratels
Modern speelgoed-/muziekinstrumenten-formaat, die qua werking sterk lijkt op de historische ratels
In tijden waarin erfgoed, streekidentiteit en verbinding opnieuw belangrijk worden, verdient de Klapperman misschien wel een plaats in de schijnwerpers. Niet als folklore om uit te lachen, maar als herinnering aan een tijd waarin landbouw, natuur en gemeenschap één geheel vormden.
Misschien moeten we opnieuw leren luisteren naar het ratelende geluid van verbondenheid — al is het maar voor één dag per jaar.
Bronnen & achtergrond :
- Mondelinge overlevering uit dorpen in de Vlaamse Ardennen (Horebeke, Maarkedal, Brakel)
- Artikels uit de 19e en 20 eeuw in het tijdschrift Volkskunde (Centrum voor Studie van Volkscultuur in Vlaanderen)
- Erfgoedbank Vlaamse Ardennen & lokale heemkringen (Heemkunde Maarkedal, Erfgoed Vlaamse Ardennen)
In dorpen zoals Horebeke, Brakel en Maarkedal worden dergelijke figuren lokaal nog herinnerd in mondelinge verhalen of kleine erfgoedprojecten.
De Klapperman is inhoudelijk verwant aan de Ratelmannekes tijdens de Goede Week (Paastraditie in Vlaanderen waarbij jongeren met houten ratels door de straten trekken)
Reactie plaatsen
Reacties